De methodieken

Projectmanagement methodieken

1.    PMBOK

Project Management Body Of Knowlegde oftewel de PMBOK is een methode die niet zo vaak wordt toegepast in de evenementensector. In deze methode wordt de opdeling tussen het aantal processen weergegeven. Hieronder wordt kort uitgelegd hoe het in zijn werk gaat.

PMBOK

 

 2.    PRINCE2

Voluit betekent het: PRojects IN Controlled Environments
Dit is de meest gestructureerde methode voor het projectmanagement:
Wat levert het op? Datgene wat is afgesproken binnen de daarvoor overeengekomen tijd, geld en kwaliteit en met het resultaat zoals dit aanvankelijk was beoogd.

PRINCE2 biedt handvatten voor:

  • Het op een gestructureerde en logische wijze managen van het project.
  • Het hele proces dat gedurende het project doorlopen wordt: van het begin tot het einde.
  • Het organiseren van draagvlak en betrokkenheid bij de betrokkenen en de omgeving.
  • Voortdurende zakelijke rechtvaardiging (= bestaansreden van het project).

=> Klantmethode: Dit is de 1e echt methode waar steeds wordt  gekeken naar het  eindresultaat.

7

 

 3.    Projectmatig werken

Projectmatig werken doe je volgens 3 principes:

Principe 1 – Eerst nadenken dan doen:

  • Kan dit probleem projectmatig benaderd worden?
  • Wat zijn de voordelen van projectmatig werken?
  • Welke risico’s treden erbij op?
  • Welke processen zullen optreden als we in onze organisatie over de afdelingen heen een project gaan doen?

 

Principe 2 – Van grof naar fijn:

  • Alternatieven vallen af.

fluik

 

Principe 3 – Bewust kiezen:

  • Beslissingen die het meest bepalend zijn moeten eerst worden genomen.
  • Moet goed worden over nagedacht om herstelwerkzaamheden te voorkomen.

 

 3.    Projectmatig creëren 

De mens staat centraal, zelfs eerder dan de methodologie. Er wordt meer gekeken naar de filosofie, creativiteit en de betrokkenheid. De opdrachtgever bepaalt wat moet worden gerealiseerd. Het team bepaalt hoe het wordt gerealiseerd.

Vier krachten die indien juist ingezet, voor succes zullen zorgen:

  • Voedingskracht= het project in zijn omgeving,
  • Persoonlijke kracht= de individu,
  • Samenwerkingskracht= het team en de onderlinge samenwerking,
  • Vormkracht= de oplossingen omzetten in resultaten.

Naamloos

 

 4.    Scrum

Dit is nog een redelijk nieuwe methode dus het wordt vaker en vaker toegepast in de evenementensector.

1254

Toelichting van de afbeelding:

Product-Owner
Is de opdrachtgever of de klant.
Hij/ zij beheert ook de product backlog (bepaalt wat er moet gebeuren en in welke volgorde).

Ontwikkelteam
Is multidisciplinair samengesteld (verschillende diensten).
Hij/ zij is verantwoordelijk voor het afleveren van het (software)product aan het einde van elke sprint.
Het team organiseert zichzelf: zij doen de analyse, ontwerp, ontwikkeling, test en documentatie en zorgen dat er aan het eind van de sprint een kant en klaar product is.

Scrummaster
Hij/ zij begeleidt en/ of helpt het team door te zorgen dat het juiste scrumproces gevolgd wordt.
Regelt alle vergaderingen en voorzieningen.
Dit is geen projectmanager (Hij regelt bijvoorbeeld niet de personele zaken zoals selectie, beoordeling en beloning van de mensen. Dit bevordert de openheid en samenwerking).

 

De hulpmiddelen:

Product backlog
Is een overzicht van de requirements van het product (eisen en wensen).
In de vorm van User Stories (Wat ? Waarom ? Voor Wie ?).
Product owner is verantwoordelijk.

Sprint backlog
Een lijst die samengesteldt is door het ontwikkelteam van de taken die moeten worden gedaan in de sprint op basis van vorige ervaringen.
Meestal de bovenste items van de product backlog.

Burndown chart
Visuele weergave van hoeveel werk er nog moet worden verricht.

Conclusie

Nadelen
Opzetten en inrichten van het project kost veel tijd.
Medewerkers worden van hun vaste taak gehaald om en rol te vervullen binnen het project.Hierdoor kan een leemte ontstaan.

Voordelen
Het project staat buiten de dagelijkse orde en er wordt tijd voor vrijgemaakt.
Duidelijke structuur (verantwoordelijkheden project manager, opdrachtgever, projectleider liggen vast).
Het project heeft een opdrachtgever.
Een goede plan van aanpak zorgt ervoor dat iedereen weet wat te doen.