Kosten

De kosten raming. Het is een term dat veel wordt gebruikt in de sector. Dit zal je dus vaak horen. Wat betekent het nu juist? Het is in principe het Identificeren en kwantificeren van de te verwachten kosten van onderdelen van het project. Vaak wordt het verward met de begroting. Maar dit is eigenlijk niet hetzelfde. Bij een begroting spreken we eigenlijk over het bepalen van kosten voor het uitvoeren van werkzaamheden of realiseren van een (project)resultaat. Daarnaast heb je ook nog het budget. Dat is het geautoriseerd bedrag (of bedragen) voor het realiseren van een (project)resultaat.

                                                                                                          kosten (1)

Soorten kosten

Kosten worden vaak gebruikt als één grote noemer. Om gestructureerd en planmatig je project te organiseren, deel je best de kosten op in verschillende soorten types. Waarom doe je dit? Heel simpel. Als event- of projectmanager is not-done om achteraf onvoorziene kosten te moeten ontdekken. Daarnaast is het handig wanneer de opdrachtgever plots meldt dat de kosten moet gereduceerd worden. Wanneer je je kosten verdeeld hebt in vaste (onveranderlijk) en variabel (veranderlijk) kosten kun je snel uitmaken op welke kosten je überhaupt nog kunt besparen en dus ‘veranderen’. Hieronder vind je alvast de twee types uitgelegd:

 

Variabel

Kosten die veranderen afhankelijk van de hoeveelheid, het aantal uren, het aantal stuks,… Voorbeelden van deze kost zou bijvoorbeeld zijn: materiaalkost, arbeidskost,….

Vast

Kosten die niet veranderen wanneer het volume verandert. Ze zijn niet afhankelijk van het aantal stuks dat geproduceert worden of aantal uren eraan gewerkt wordt. Het staat vast. Voorbeelden van deze kost zou zijn: de opstartkost, installatiekost, onderhoud van de installatie,…

Kosten

Naast het feit dat een kost vast of variabel is, kan het ook onderverdeeld worden in directe (toewijsbaar) en indirecte (niet-toewijsbaar) kosten. Indirecte kosten worden vaak in het vakjargon overhead costs genoemd. Weer komt dit heel goed van pas wanneer je een kost moet verantwoorden tegenover je opdrachtgever.

Direct

Kosten die rechtstreeks aan één project kost kunnen toegewezen worden. Voorbeelden van deze kost zou bijvoorbeeld kunnen zijn: de kost die je maakt voor de huur van een zeefdruk. Waarom maakt het deze kost direct? De zeefdruk wordt eenmalig gebruikt. Je gebruikt het enkel voor dat bepaald project. Bij de projecten in de toekomst kun je dit niet meer gebruiken. Het is dus DIRECT toewijsbaar aan dat project.

Indirect

Overhead kosten of kosten die voor meerdere projecten tegelijkertijd zijn. Voorbeelden van deze kost zou zijn: de kost je maakt voor de machine die de uitnodigingen maakt. Deze machine gebruik je niet alleen voor project X maar je kan het ook gebruiken voor project Y, Z et cetera. Deze kost kun je dus niet gelijk toewijzen aan een en dezelfde project of evenement. Vandaar de indirecte kost.