Kostenberekening

De kostenberekening bepaalt de benadering van de kosten, van de mensen en middelen die nodig zijn voor de realisatie van een project. Het doel van het berekenen van kosten is om een idee te krijgen van de kostprijs van de mensen en middelen om het project en de verschillende activiteiten ervan tot een goed einde te brengen. Vaak is dit een iteratief proces, waarbij er verfijningen worden aangebracht en er meer nauwkeurige schattingen worden bepaald.

 

Verschillende manieren om te berekenen

  • EENHEIDSKOST: Hierbij wordt kostprijs per element of activiteit opgenomen. De prijs per stuk zeggen we ook vaak. Bijvoorbeeld, voor een appartement aan zee heb je € 350.000,00 nodig. Dit is dus de eenheidsprijs.
  • TOP-DOWN SCHATTING: Deze kost wordt ook wel de analoge schatting genoemd. Het wordt geraamd op basis van vorige (gelijkaardige) projecten. Je neemt in de kost over van een project uit het verleden. Bijvoorbeeld, de vorige malen dat we deze installatie gebruikte, kostte dat ons € 500.000,00. Het zal ons dus deze keer weeral zoveel kosten. Het nadeel hiervan is dat je geen up-to-date cijfers gebruikt. Je kan dus te veel of te weinig budgetteren.
  • BOTTOM-UP SCHATTING: De kostprijs van elke activiteit wordt in detail ingeschat, geraadpleegd en samengebracht om de totale kostprijs te ramen. Dit is de meest accurate berekeningswijze.
  • PARAMETRISCHE SCHATTING: Deze kostprijs wordt gebaseerd op de grootte, omvang of afmeting van iets. Bijvoorbeeld, € 2,00 per lopende meter voor de rode loper, per vierkante meter betalen we € 8,00 per persoon.
  • 3-PUNTS SCHATTING: Deze kostprijs gebeurt gelijkaardig aan de tijdsinschatting zoals die via de PERT-techniek wordt opgemaakt. Dat wil zeggen: een optimistisch scenario (0), een pessimistisch scenario (P) en een meest waarschijnlijk scenario (M). De kostprijs wordt dan geschat volgens (O+4*M+P)/6. Je wilt bijvoorbeeld de opbouwtijd berekenen van je evenement (kost voor personeel) en ga je dit doen aan de hand van de formule:

[(O+4*M+P)/6] => 5(uur)+4*7(uur)+9(uur)/6= (5+28+9)/6= 7

De opbouwtijd zal 7 uur duren. Je moet dus personeel voorzien voor 7 uur opbouw.